Dubbelportretten

Als een fotograaf je portret maakt, probeert hij iets van je kern vast te leggen, iets van de essentie van wie je bent. Maar wat nu als een dichter datzelfde doet? Dan ontstaat er een meerdimensionaal portret van dezelfde afgebeelde persoon, in beeld en tekst. Een dubbelportret. Waarbij de foto en het gedicht elkaar versterken. Een completer, sprekender beeld.

In hun reeks Dubbelportret doen fotograaf Alba Rosa en dichter Catharinus precies dat: samen een portret maken dat sterker is dan een foto of een gedicht op zichzelf. Ze ontmoeten degene die geportretteerd wil worden samen, leren haar of hem kennen, doen de fotoshoot – en daarna gaat Alba Rosa schiften en selecteren, tot er één foto overblijft waar Catharinus een gedicht bij maakt. Het eindresultaat is hun geschenk aan de geportretteerde: jij, zoals zij je gezien hebben, in liefdevol licht.

Een Dubbelportret is een proces. Het beginpunt is de ontmoeting, met de maaltijd en de fotoshoot. Het hoogtepunt is een hoogwaardig afgedrukt, ingelijst Dubbelportret – foto & poëzie – voor op die hele speciale plek in huis.

Voorbeelden vind je hieronder. Wil je ook jouw Dubbelportret laten maken? Of wil je een Dubbelportret cadeau doen aan iemand die je lief is? Of ter herinnering voor iemand op een belangrijk moment in zijn leven (een huwelijk, een (bedrijfs)jubileum, een afscheid, een pensioen of een ander levensmoment)? Kijk hier voor meer informatie of mail me vrijblijvend: info@albarosa.nl


Roelf Bronger

De majoor

Hij toont zijn heilssoldatenpet, majoor Roelf Bronger 
Poppema, in uniform, op Caesarea. Dit lijkt een luxe 
plek, maar is het niet. Hij lijkt hier op zijn plek, maar 
is het niet. Het slagveld van een heilssoldaat, dat is 

de straat, dat is de afvoerput. Hij heeft talent, vertelde
men hem ooit, voor het aantrekken van problemen. In 
persoonsvorm: door het leven lamgeslagen, in de war
gemaakte mensen. De slaafgemaakten van de goden 

van de dood: drugs, gokken, alcohol en wat een mens,
ongeacht rang of stand, maar in de draaikolk trekt. De tand
des tijds zit in de pet en in de man. Maar zie zijn ogen: 

het vuur dat in hem brandt: hij is nog altijd flamboyant.
Eén order weigerde hij op te volgen. ‘Plaats Rust’. 
Want dat bevel aanvaardt hij slechts van Hogerhand.

Foto Alba Rosa | Gedicht Catharinus

Lucia

Archemerberg. Landschap gemaakt door grotere krachten:
IJsmassa’s stuwden zand en stenen op die waren uitgebraakt
door oerrivieren. We spreken van millennia, we spreken van
de dag van gisteren, toen zij er was, die daar lijkt stil te staan,

die lijkt te wachten. Zij staat niet stil, maar zij staat op het punt.
Precies dit punt. De winterberk, uitgedund, tast de hemel af op licht-
signalen. Haar hoofd een wemelplaats van gedachten: wat overbleef
en wat is kwijtgeraakt, het goede en wat anders had gekund en hoe dan

vanaf hier? En dit moment, precies dit stil moment zij haar gegund.

De boom is naakt, biedt dit seizoen geen plek om te schuilen. De wind?
Wie afgaat op de wind, vindt nooit een richting. Die waait steeds
anders aan. En blijft maar huilen. Dan vindt haar hand intuïtief en op
de tast een schapenkop. De herder, onzichtbaar, waakt. Ze voelt de rust,

ze voelt de warme jas waaraan het haar zo lang ontbrak. Oude dromen
herleven. Heel even breekt de zon door. Het schaap loopt straks zo uit
haar hand vandaan. Het weet: beneden is een stal voor mij gemaakt.
De berg wijst woordeloos de weg. Dan stapt ook zij naar voren, in het licht

ontwaakt. Ze weet: er zal een thuis zijn waar mijn voet de aarde raakt.

Foto Alba Rosa | Gedicht Catharinus | Heilige Ruimte

Peter

Een man met een gitaar. Volkomen toegewijd. Maar
toegewijd aan wat? Aan de muziek? Die is hem net zo
lief als vreemd: ooit moest hij spelen om iemand te zijn,
op het gevaar af zich juist daarin te verliezen. Een man

met een gitaar. Die in zijn eigen wereld zit. Intern,
intiem verbond tussen ogen, neus en handen. De kale
kamer in zijn nieuwe huis voelt als een kluis, waar
hij alleen is. Hij. Alleen. Dat leerde hij van mannen

die hij volgde. Ze reikten hem wijsheid aan naar hun
vermogen. De man kon luisteren, bewaarde wat waar
was in zijn ogen. Toegewijd is hij, als een misdienaar
die eenmaal groot zijn eigen paden kiest. Zijn eigen

vrije zelf – maar toch verbonden. Hij is zijn eigen
eigenaar. Hij is een man die in zijn eigen wereld zit,
en dus bij zijn geliefden in de kamer, die hem zien.
Voor hen maken zijn slanke handen hun gebaar.

Zijn wijsvinger reikt tot de diepste snaar.

Foto Alba Rosa | Gedicht Catharinus | Heilige Ruimte


Denise

Regen uit een lege hemel. Een groot teken. Ik zag een vrouw, gehuld in het licht van een
omfloerste zon. Een vrouw van eer. Onder haar voeten lag de maan. Haar handen, rank en
eindeloos teer, strooiden ruimhartig sterren uit, die lichtkringen maakten waar zij het water
raakten. Weerloos was zij, als een vrouw op alle dagen. Doodsnood. Levensdrang. Laatste
vragen. Misbaar en moed. En nooit gesleten zeer. Ik zag de Maria van het Engelermeer.

Barrevoets staat zij daar, een tempelzuil. Geducht, als een priesteres, rijst zij op uit de
dode rivierarm. Haar voeten staan waar het riet wortelt, zij voelt daar het leven wemelen.
De schepping zucht. Er is gevaar. Zij speurt een lege hemel af, zou willen leven van de lucht.
Zij zal de laatste zijn die vlucht. Ze breidt haar handen uit. Ze leeft op goed gerucht.

Bemin haar, Liefde, begenadig haar. Rijs voor haar voeten op als heilzaam kruid. Wil in
haar diepste diep haar warmte zijn, haar hartslag, haar extase. Wil, Liefde, voor haar zijn
wat haar kan schelen. Laat haar vieren en delen. Zij kan een moeder zijn. Voor velen.

Foto Alba Rosa | Gedicht Catharinus | Heilige Ruimte


Adriana

Wat is waar? Lucht. Je neus en mond snakken ernaar. Je ogen
kijken vragend omhoog. Precies over je slapen loopt een grens.
En uitgerekend daar heeft je haar een aureool van blauw vuur.
Daaronder vindt een zacht vertragen plaats, daar is je natte haar
zwaar en gewichtloos tegelijk. Als wier. Als de verwarring van

gedachten in stilstaand water. Welke grondtoon horen je oren?
Hoor je die stem, die uit de aarde en uit water roept om jou? Die
jou zoekt in een blauwe genade? En lukt het je te luisteren? Antwoord
te geven? Met je lippen op elkaar en natte ogen terug te fluisteren?

Laat de bloemen los. Zij dragen de last van hun eigen bestaan, ze drijven
niet bij jou vandaan. Kijk niet zo verrast. Laat los, geef antwoord, laat
gaan. Je zult het zien, dat alles past. Want wat je loslaat houdt jou vast.


Foto Alba Rosa | Gedicht Catharinus | Heilige Ruimte