
Lucia
Archemerberg. Landschap gemaakt door grotere krachten:
IJsmassa’s stuwden zand en stenen op die waren uitgebraakt
door oerrivieren. We spreken van millennia, we spreken van
de dag van gisteren, toen zij er was, die daar lijkt stil te staan,
die lijkt te wachten. Zij staat niet stil, maar zij staat op het punt.
Precies dit punt. De winterberk, uitgedund, tast de hemel af op licht-
signalen. Haar hoofd een wemelplaats van gedachten: wat overbleef
en wat is kwijtgeraakt, het goede en wat anders had gekund en hoe dan
vanaf hier? En dit moment, precies dit stil moment zij haar gegund.
De boom is naakt, biedt dit seizoen geen plek om te schuilen. De wind?
Wie afgaat op de wind, vindt nooit een richting. Die waait steeds
anders aan. En blijft maar huilen. Dan vindt haar hand intuïtief en op
de tast een schapenkop. De herder, onzichtbaar, waakt. Ze voelt de rust,
ze voelt de warme jas waaraan het haar zo lang ontbrak. Oude dromen
herleven. Heel even breekt de zon door. Het schaap loopt straks zo uit
haar hand vandaan. Het weet: beneden is een stal voor mij gemaakt.
De berg wijst woordeloos de weg. Dan stapt ook zij naar voren, in het licht
ontwaakt. Ze weet: er zal een thuis zijn waar mijn voet de aarde raakt.
Foto Alba Rosa | Gedicht Catharinus | Heilige Ruimte



